Hazewinkel-Suringa De doolhof van het beroepsgeheim (1959)

Kenmerken

Conditie: Zo goed als nieuw

Beschrijving

Haarlem, Tjeenk Willink, 1959

Gebonden, rood linnen, met stofomslag
14 x 20,5 cm.
187 Bladzijden

ZO GOED ALS NIEUW
Naam op eerste schutblad
Op de titelpagina is de sterfdatum van mw. Hazewinkel-Suringa onder haar naam met inkt bijgeschreven

Onder druk van maatschappelijke discussie wil minister Schippers het beroepsgeheim inperken. Ze houdt echter onvoldoende rekening met het belang dat de geheimhouding dient: onbelemmerde toegang tot de zorg.
Onlangs kondigde minister Schippers aan dat ze de wetgeving rond het medisch beroepsgeheim wil wijzigen.1 Dat het beroepsgeheim voor tal van maatschappelijke ambities een behoorlijke sta-in-de-weg kan zijn, is bekend. Dat is altijd voor lief genomen. Blijkens het kabinetsstandpunt is dat kennelijk aan het veranderen. Vooral de plannen met betrekking tot het beroepsgeheim van de UWV-verzekeringsarts zijn illustratief.

De geheimhoudingsplicht kennen artsen al zeker tweeduizend jaar. Deze plicht is dan ook niet bedoeld om de privacy van patiënten als zodanig te beschermen, maar om onbelemmerde toegang tot zorg mogelijk te maken: een ieder moet zich vrijelijk en zonder vrees voor openbaarmaking van het toevertrouwde om bijstand en advies kunnen wenden tot een zorgverlener.
De geheimhoudingsplicht is niet absoluut. Naast de toestemming van de patiënt zijn er andere doorbrekingsgronden. Ook rigide vasthouden aan het geheim kan op gespannen voet staan met het belang van onbelemmerde toegang tot zorg. En onveranderlijk is het beroepsgeheim evenmin. Al in 1959 schreef de juriste Hazewinkel-Suringa dat het zich aan te passen (heeft) aan de evoluerende samenleving met haar telkens nieuwe omstandigheden en intermenselijke verhoudingen. Daarom is het volgens haar nodig om telkens te overwegen of niet nieuwe draden moeten worden geweven in het oude patroon, zij het zo dat het zijn karakter behoudt en dat zijn kracht niet wordt ondermijnd.

Derkje Hazewinkel-Suringa (Groningen, 25 maart 1889 Enschede, 2 augustus 1970) was een Nederlands rechtsgeleerde en hoogleraar strafrecht en strafprocesrecht aan deGemeentelijke Universiteit van Amsterdam. Ze was de eerste vrouw die in Nederland werd benoemd tot hoogleraar aan een rechtenfaculteit en was tevens de eerste vrouwelijke decaan aan de Gemeentelijke Universiteit. Ze is de originele auteur van het naslagwerk Inleiding tot de studie van het Nederlands strafrecht (later bewerkt door Jan Remmelink).

Kosten van verzending (Nederland: € 3,95; Europa: € 11,50) ten laste van koper